De ouderwetse buurtsuper, wie is er niet groot mee geworden. Het gezellige karakter, het ons kent ons gevoel en de service die je tegenwoordig nergens meer tegenkomt. Dit zijn kenmerken van de ouderwetse buurtsuper die je tegenwoordig nergens meer tegenkomt. De supermarkten van tegenwoordig zijn veel groter, het personeel is minder betrokken bij de klant, alles gaat om een snelle afhandeling bij de kassa. Door de jaren heen is de buurtsuper verandert in een soort megastore, want van een echte supermarkt kun je in veel gevallen al niet meer spreken. Wat is het verschil tussen een buurtsuper en de huidige supermarkt? En hoe is dit verschil zo in de loop der jaren tot stand gekomen?
Wat waren de eerste supermarkten?
De eerste soort supermarkten waren er in de vorm van kruidenierswinkeltjes. In de kruidenierswinkeltjes kon je alles kopen wat aan de eerste levensbehoefte voldeed. Een kruidenierswinkel is niet meer te vergelijken met de supermarkt waar wij tegenwoordig onze boodschappen kunnen doen.
In een kruidenierswinkel kon je alle soorten levensmiddelen vinden, maar niet op de convenient way zoals wij die tegenwoordig kennen. Alles ging op de weegschaal met gewichten. Je kocht dan alleen de hoeveelheden die je nodig had. De meeste kruidenierswaren waren in gedroogde vorm.
Naast de voedingsmiddelen werd er ook tabak, sigaren, borstelwaren en wasmiddelen verkocht. Voor die tijd was een kruidenierswinkel de supermarkt. Maar als je naar de hedendaagse supermarkt kijkt, dan is daar niet veel meer van terug te vinden van de ouder kruidenierswinkel.
De kruidenierswinkel groeide in de loop der jaren uit tot een buurtsuper. Het verschil tussen een buurtsuper en een kruidenierswinkel is dat de buurtsuper een uitgebreid assortiment had dan een kruidenierswinkel.
Wat is een buurtsuper?
Een buurtsuper was vroeger een kleinschalige supermarkt. In de buurtsuper was er altijd tijd voor een praatje en er werd altijd uitstekende service verleend. Een buurtsuper vond je alleen in bepaalde wijken binnen de stad en in de dorpen.
In de buurtsuper kon je alles halen wat noodzakelijk was aan boodschappen. En was er iets niet, dan kon je het bestellen en dan zorgde de eigenaar van de buurtsuper ervoor dat het bij je volgende bezoek aan de buurtsuper voor je klaar lag.
Daarnaast ging de service nog een stapje verder. IN de buurtsuper kende iedereen elkaar. Als je dan een keer ziek was en je was niet in de gelegenheid om zelf je boodschappen te doen, dan was er altijd wel iemand bereid deze even voor je te halen bij de buurtsuper. Vaak kon je de boodschappen dan ook zelfs nog achteraf betalen wanneer je weer op de been zou zijn.
De supermarkt van tegenwoordig
De supermarkten van tegenwoordig kun je beter kleine warenhuizen noemen. Inmiddels worden er ook allerhande non food artikelen verkocht in de supermarkten, hierdoor beginnen ze al steeds meer op een hypermarkt te lijken.
Naast al deze extra verkoop producten is de keuze van de voedingsmiddelen bijna abnormaal geworden. Waar je in de buurtsuper soms een of twee merken van een product kon vinden heb je bij de supermarkt van tegenwoordig soms wel keuze uit 5 of 6 verschillende soorten merken.
Deze merken hebben dan ook allemaal weer net even een andere samenstelling, omdat ze zich dan toch ergens mee willen onderscheiden van de concurrenten. In sommige gevallen is er soms veel te veel keus.
Om zoveel keus aan te kunnen bieden is er natuurlijk heel veel schapruimte nodig. Hierdoor werden de winkels steeds groter en groter. En als de concurrent dan iets ging verkopen dat de ander niet had, dan kwam de ander er ook mee en die nam dan ook weer iets anders mee.
Zo is het begin van de hedendaagse supermarktoorlog ontstaan. Ze willen allemaal de beste producten aanbieden tegen de laagste prijs. De producten van toen en nu zijn ook totaal anders. Bij de buurtsuper had je weinig keus en nu is men niet meer tevreden als het product van het merk dat altijd gebruikt wordt niet aanwezig is, een ander product voldoet dan niet.
De klant van toen en de klant van nu
Als je gaat kijken naar de tijd van de buurtsuper, dan ging je gewoon voor je plezier de boodschappen halen. In de buurtsuper was altijd wel even tijd voor een praatje. Misschien was er niet zoveel keus, maar de klanten waren toen veel sneller tevreden met wat ze in hun mandje hadden liggen.
De klant van tegenwoordig wordt helemaal in de watten gelegd. Ze kunnen kopen wat ze willen en soms is er zoveel keus dat dat de reden is waarom er geen keuze gemaakt kon worden voor welk merk of product er dan in het mandje terecht moest komen.
Vroeger namen mensen de tijd om hun boodschappen te gaan doen. En als er dan een rijtje stond bij de kassa, dan was dat helemaal niet erg, want tijdens het wachten werd er dan een gezellig praatje gemaakt met elkaar.
Tegenwoordig is rustig boodschappen doen niet meer aan de orde. De meeste mensen pakken hun winkelwagen en racen door de winkel heen tot ze alle boodschappen in hun karretje hebben liggen en gaan dan als de wiedeweerga naar de kassa om de boodschappen af te rekenen.
Er wordt nagenoeg geen gezellig praatje meer gehouden tijdens het wachten. In de vaak lange rijen net overvolle winkelwagens heeft het gezellige kletsen plaats gemaakt voor ongeduld en gezucht. Want als het niet snel genoeg gaat dan worden de klanten van tegenwoordig al vrij snel ongelukkig.
Het personeel toen en nu
Het personeel kende vroeger iedereen en kenden ook ieders eigen gebruiken op het gebied van boodschappen. Er was altijd een helpende hand, vaak hoefde je dat als klant al niet eens meer te vragen. De hulp werd eigenlijk altijd vanzelf al aangeboden.
Tegenwoordig is dat heel anders, als je door de lange straten van boodschappen niet kunt vinden waar je naar op zoek bent, dan kom je ook bijna geen personeel meer tegen die uit zichzelf de helpende hand reikt. De tijden zijn veranderd. Kunnen we niet terug naar de buurtsuper?